Arthroscopie of Kijkoperatie van de knie
Algemene informatie
Arthroscopie betekent letterlijk: in een gewricht kijken. Dit kan in zowel de knie, de schouder, de enkel en af en toe de elleboog, de pols en de heup. Met de arthroscoop kan de arts gewrichten binnenin controleren op letsels (zoals beschadigd kraakbeen, een gescheurde meniscus, gescheurde kruisbanden, gebroken bot, losse bot- of kraakbeenstukken, slijtage van het gewricht, ontsteking, etc...) en deze behandelen.
De arthroscoop (letterlijk gewrichtskijker) is een instrument dat bestaat uit een buisje, waar fiberglasvezels doorheen lopen. Door deze vezels wordt met een sterke lamp het binnenste van de knie verlicht. Via lenzen wordt het beeld geprojecteerd op een videoscherm.
De operatie vindt plaats onder algemene of halve (via een ruggenprik) verdoving. Op de dag van de ingreep dient U nuchter te zijn, d.w.z. niet eten of drinken vanaf middernacht. De duur van de operatieve behandeling varieert van 15 tot 90 minuten.
Na een arthroscopische ingreep kunt U meestal dezelfde dag al naar huis. De ingreep gebeurt dus via het daghospitaal. Verdere praktische inlichtingen ivm de opname vindt U gemakkelijk terug op deze website of in de informatiebrochure van het daghospitaal. In een beperkt aantal gevallen volgt nog een overnachting, bijvoorbeeld wanneer de pijn nog niet goed onder controle is.
Na de operatie worden de wondjes met een punt gehecht en afgedekt met gaas en verband. Na de ingreep dient U meestal enkele dagen met krukken te gaan tenzij U iets anders gezegd wordt. Breng dus krukken mee naar de operatie!
Bij een algemene verdoving mag U de eerste 2 tot 4 uren na de operatie niets eten. Na de terugkomst van het operatiekwartier mag U wel reeds een glas water drinken. U mag de dagkliniek verlaten wanneer al de restverschijnselen van de verdoving zijn verdwenen. Dit is ongeveer 5 à 6 uren na de ingreep. Bij een halve verdoving met een ruggeprik moet U spontaan kunnen plassen alvorens U het ziekenhuis kan verlaten.
Pijnstillers zijn soms nodig. Een eenvoudige pijnstiller als paracetamol (Dafalgan) is vaak voldoende. Het is verboden de wagen te besturen na een anesthesie.
Bij ontslag, ontvangt U van de arts een ontslagbrief met de nodige instructies over de nabehandeling. Deze ontslagbrief dient U af te geven aan de huisarts bij thuiskomst. Zo kunt U de beste zorgen genieten. Soms is kinesitherapie nodig. Tevens ontvangt U bij ontslag een afspraak voor de postoperatieve controle wondzorg.
Artroscopie van de knie
Het kniegewricht wordt gevormd uit het scheenbeen (onderaan) en het dijbeen (bovenaan). De uiteinden van deze beenderen zijn bedekt met een laagje kraakbeen, zodat de knie soepel beweegt. Deze kraakbeenlaag is elastisch om schokken en stoten op te vangen.
Verschillende aandoeningen in de knie (zoals meniscusscheuren, losse stukjes bot of kraakbeen, kruisbandscheuren, kraakbeenbeschadigingen en slijmvliesontsteking) kunnen met een arthroscopie direct gezien worden. Daardoor is het niet nodig de knie open te snijden.
Een meniscusscheur leent zich bij uitstek voor een artroscopische behandeling. Alleen het gescheurde deel wordt verwijderd of indien mogelijk gehecht en het intacte deel blijft op zijn plaats. Dit is beter voor het gewricht omdat verwijdering van de gehele meniscus tot vroegtijdige slijtage kan leiden. Losse stukjes kraakbeen en bot kunnen ook door middel van een arthroscopie worden verwijderd.
Ook een kruisbandscheur kan met arthroscopie worden behandeld.
Een groot voordeel van arthroscopische operaties is dat het herstel in het algemeen heel vlot verloopt en dat vrij snel na de ingreep de knie weer volledig belast mag worden.
Hoe verloopt een arthroscopie van de knie?
Voor de ingreep wordt rond de dij een knelband aangelegd worden om de operatiestreek bloedvrij te maken.
Via enkele kleine insneden aan de voorzijde van de knie wordt de artroscoop in het gewricht gebracht. Het gewricht wordt tijdens de artroscopie met vocht gevuld. Daardoor komt er meer ruimte in het gewricht en wordt het gewricht continu gespoeld. Via één of meerdere openingen kunnen instrumenten in het gewricht gebracht worden. Een behandeling van de vastgestelde gewrichtsschade kan met behulp van deze instrumenten binnen in het gewricht worden uitgevoerd.
Na de operatie
De wondgenezing neemt gemiddeld een tweetal weken in beslag. Lokale pijn na deze periode is echter normaal doordat het onderliggende kapsel ook geopend is en wat langere tijd nodig heeft om te genezen. Dit neemt drie tot vier weken tijd.
Afhankelijk van de operatie, de omvang van de ingreep en individuele factoren kan U na ontslag nog enige tijd wat hinder ondervinden in het operatiegebied. Zwelling als reactie op activiteit is een sein dat U het wat rustiger aan moet doen. De arts geeft U adviezen daarover. De mogelijkheden omtrent het hervatten van sport of andere activiteiten en de mogelijkheid om het gewricht weer normaal te kunnen gebruiken is individueel verschillend en afhankelijk van de uitgevoerde ingreep. In het algemeen wordt 4 weken voorzien. Sporthervatting kan ook variëren naargelang het type sport.
Autorijden kan weer als U voldoende kracht en stabiliteit in het been heeft, dit is typisch 3-4 dagen na een kijkoperatie van de knie. Een test hiervoor is bijvoorbeeld het naar beneden lopen op de trap zonder de leuningen te gebruiken.
Mogelijke complicaties
Een artroscopie is een veilige ingreep waarbij zelden verwikkelingen optreden.
Mogelijke complicaties zijn onder andere een forse en langdurige zwelling, een bloeding in de knie en zeer zelden een gewrichtsontsteking. Een postoperatieve zwelling kan behandeld worden met rust, hoogstand en ijsapplicatie (cold packs). Bij gebrek aan cold packs kunt U een zak bevroren groenten uit de diepvries gebruiken. Een cold pack mag telkens maximum vijftien minuten op het gewricht geplaatst worden.
Wanneer een bloeding optreedt, neemt U contact op met Uw huisarts. Rust en een drukverband zijn dan de behandeling. Ook bij plotselinge pijn moet U contact opnemen met Uw huisarts.
Omdat er ook bij de artroscopie sneden in de huid worden gemaakt, is het mogelijk dat er een huidzenuwtje wordt beschadigd. De huid rondom kan daarna een beetje verdoofd aanvoelen of extra gevoelig zijn. Deze klachten verdwijnen meestal in de loop van de tijd en geven later geen last meer.
De knelband (de ingreep wordt meestal onder bloedleegte uitgevoerd) kan soms klachten na de operatie geven, bijvoorbeeld een gevoel van kneuzing van de weefsels aan de dij. Ook deze klachten verdwijnen meestal na verloop van tijd.
Diepe veneuze thrombose (DVT)-preventie gebeurt enkel bij risicopatiënten en boven de leeftijd van 50 jaar. De duur is klassiek 10 dagen.
Een onfrequente complicatie na een kijkoperatie van de knie is het ontstaan van een trombosebeen of een longembolie. Als de kuit harder en pijnlijker aanvoelt, roder is of glanst, kan er sprake zijn van een trombosebeen. Neem bij twijfel dringend contact op met Uw behandelend arts.
Arthroscopie betekent letterlijk: in een gewricht kijken. Dit kan in zowel de knie, de schouder, de enkel en af en toe de elleboog, de pols en de heup. Met de arthroscoop kan de arts gewrichten binnenin controleren op letsels (zoals beschadigd kraakbeen, een gescheurde meniscus, gescheurde kruisbanden, gebroken bot, losse bot- of kraakbeenstukken, slijtage van het gewricht, ontsteking, etc...) en deze behandelen.
De arthroscoop (letterlijk gewrichtskijker) is een instrument dat bestaat uit een buisje, waar fiberglasvezels doorheen lopen. Door deze vezels wordt met een sterke lamp het binnenste van de knie verlicht. Via lenzen wordt het beeld geprojecteerd op een videoscherm.
De operatie vindt plaats onder algemene of halve (via een ruggenprik) verdoving. Op de dag van de ingreep dient U nuchter te zijn, d.w.z. niet eten of drinken vanaf middernacht. De duur van de operatieve behandeling varieert van 15 tot 90 minuten.
Na een arthroscopische ingreep kunt U meestal dezelfde dag al naar huis. De ingreep gebeurt dus via het daghospitaal. Verdere praktische inlichtingen ivm de opname vindt U gemakkelijk terug op deze website of in de informatiebrochure van het daghospitaal. In een beperkt aantal gevallen volgt nog een overnachting, bijvoorbeeld wanneer de pijn nog niet goed onder controle is.
Na de operatie worden de wondjes met een punt gehecht en afgedekt met gaas en verband. Na de ingreep dient U meestal enkele dagen met krukken te gaan tenzij U iets anders gezegd wordt. Breng dus krukken mee naar de operatie!
Bij een algemene verdoving mag U de eerste 2 tot 4 uren na de operatie niets eten. Na de terugkomst van het operatiekwartier mag U wel reeds een glas water drinken. U mag de dagkliniek verlaten wanneer al de restverschijnselen van de verdoving zijn verdwenen. Dit is ongeveer 5 à 6 uren na de ingreep. Bij een halve verdoving met een ruggeprik moet U spontaan kunnen plassen alvorens U het ziekenhuis kan verlaten.
Pijnstillers zijn soms nodig. Een eenvoudige pijnstiller als paracetamol (Dafalgan) is vaak voldoende. Het is verboden de wagen te besturen na een anesthesie.
Bij ontslag, ontvangt U van de arts een ontslagbrief met de nodige instructies over de nabehandeling. Deze ontslagbrief dient U af te geven aan de huisarts bij thuiskomst. Zo kunt U de beste zorgen genieten. Soms is kinesitherapie nodig. Tevens ontvangt U bij ontslag een afspraak voor de postoperatieve controle wondzorg.
Artroscopie van de knie
Het kniegewricht wordt gevormd uit het scheenbeen (onderaan) en het dijbeen (bovenaan). De uiteinden van deze beenderen zijn bedekt met een laagje kraakbeen, zodat de knie soepel beweegt. Deze kraakbeenlaag is elastisch om schokken en stoten op te vangen.
Verschillende aandoeningen in de knie (zoals meniscusscheuren, losse stukjes bot of kraakbeen, kruisbandscheuren, kraakbeenbeschadigingen en slijmvliesontsteking) kunnen met een arthroscopie direct gezien worden. Daardoor is het niet nodig de knie open te snijden.
Een meniscusscheur leent zich bij uitstek voor een artroscopische behandeling. Alleen het gescheurde deel wordt verwijderd of indien mogelijk gehecht en het intacte deel blijft op zijn plaats. Dit is beter voor het gewricht omdat verwijdering van de gehele meniscus tot vroegtijdige slijtage kan leiden. Losse stukjes kraakbeen en bot kunnen ook door middel van een arthroscopie worden verwijderd.
Ook een kruisbandscheur kan met arthroscopie worden behandeld.
Een groot voordeel van arthroscopische operaties is dat het herstel in het algemeen heel vlot verloopt en dat vrij snel na de ingreep de knie weer volledig belast mag worden.
Hoe verloopt een arthroscopie van de knie?
Voor de ingreep wordt rond de dij een knelband aangelegd worden om de operatiestreek bloedvrij te maken.
Via enkele kleine insneden aan de voorzijde van de knie wordt de artroscoop in het gewricht gebracht. Het gewricht wordt tijdens de artroscopie met vocht gevuld. Daardoor komt er meer ruimte in het gewricht en wordt het gewricht continu gespoeld. Via één of meerdere openingen kunnen instrumenten in het gewricht gebracht worden. Een behandeling van de vastgestelde gewrichtsschade kan met behulp van deze instrumenten binnen in het gewricht worden uitgevoerd.
Na de operatie
De wondgenezing neemt gemiddeld een tweetal weken in beslag. Lokale pijn na deze periode is echter normaal doordat het onderliggende kapsel ook geopend is en wat langere tijd nodig heeft om te genezen. Dit neemt drie tot vier weken tijd.
Afhankelijk van de operatie, de omvang van de ingreep en individuele factoren kan U na ontslag nog enige tijd wat hinder ondervinden in het operatiegebied. Zwelling als reactie op activiteit is een sein dat U het wat rustiger aan moet doen. De arts geeft U adviezen daarover. De mogelijkheden omtrent het hervatten van sport of andere activiteiten en de mogelijkheid om het gewricht weer normaal te kunnen gebruiken is individueel verschillend en afhankelijk van de uitgevoerde ingreep. In het algemeen wordt 4 weken voorzien. Sporthervatting kan ook variëren naargelang het type sport.
Autorijden kan weer als U voldoende kracht en stabiliteit in het been heeft, dit is typisch 3-4 dagen na een kijkoperatie van de knie. Een test hiervoor is bijvoorbeeld het naar beneden lopen op de trap zonder de leuningen te gebruiken.
Mogelijke complicaties
Een artroscopie is een veilige ingreep waarbij zelden verwikkelingen optreden.
Mogelijke complicaties zijn onder andere een forse en langdurige zwelling, een bloeding in de knie en zeer zelden een gewrichtsontsteking. Een postoperatieve zwelling kan behandeld worden met rust, hoogstand en ijsapplicatie (cold packs). Bij gebrek aan cold packs kunt U een zak bevroren groenten uit de diepvries gebruiken. Een cold pack mag telkens maximum vijftien minuten op het gewricht geplaatst worden.
Wanneer een bloeding optreedt, neemt U contact op met Uw huisarts. Rust en een drukverband zijn dan de behandeling. Ook bij plotselinge pijn moet U contact opnemen met Uw huisarts.
Omdat er ook bij de artroscopie sneden in de huid worden gemaakt, is het mogelijk dat er een huidzenuwtje wordt beschadigd. De huid rondom kan daarna een beetje verdoofd aanvoelen of extra gevoelig zijn. Deze klachten verdwijnen meestal in de loop van de tijd en geven later geen last meer.
De knelband (de ingreep wordt meestal onder bloedleegte uitgevoerd) kan soms klachten na de operatie geven, bijvoorbeeld een gevoel van kneuzing van de weefsels aan de dij. Ook deze klachten verdwijnen meestal na verloop van tijd.
Diepe veneuze thrombose (DVT)-preventie gebeurt enkel bij risicopatiënten en boven de leeftijd van 50 jaar. De duur is klassiek 10 dagen.
Een onfrequente complicatie na een kijkoperatie van de knie is het ontstaan van een trombosebeen of een longembolie. Als de kuit harder en pijnlijker aanvoelt, roder is of glanst, kan er sprake zijn van een trombosebeen. Neem bij twijfel dringend contact op met Uw behandelend arts.