Hoe worden kraakbeenletsel veroorzaakt?
Door een trauma (ongeval), microtrauma (overbelasting) of degeneratie (ouderdom en slijtage). De pijn bij een dergelijk letsel ontstaat door het defect in het kraakbeen en overdruk op het onderliggende bot waardoor er beenmergzwelling optreedt en pijn. Tevens kan de daarmee gepaard gaande zwelling pijn veroorzaken in het gewricht.
Zijn alle kraakbeenletsels te behandelen?
Trauma en microtraumatische letsels zijn best behandelbaar, voor degeneratieve letsels ligt dit moeilijker. Boven de leeftijd van 50 jaar komen patiënten minder in aanmerking voor een biologische optie. Indien kraakbeenletsels niet behandeld worden, kan de laag kraakbeen geleidelijk verder afslijten met arthrose en voortschrijdende immobiliteit tot gevolg.
Behandelingsopties
Momenteel zijn er diverse therapieën afhankelijk van leeftijd, ernst en mate van activiteit.
Medicatie: Vaak worden klassieke pijnstilling (paracetamol en onstekingsremmers) en glucosamine preparaten ingezet in de eerste fase bij de behandeling of na een ingreep.
Gewichtsreductie: door de belasting op het kniegewricht te verminderen, zal de pijn significant verminderen. Indien U kampt met ernstig overgewicht (BMI boven 35) dan wordt meestal een afspraak voogesteld in de obesitaskliniek.
Aangepaste Activiteiten en Kinesitherapie: Fietsen, zwemmen en low impact activities zoals fitness zijn uitstekend voor het kniegewricht.
Medicatie: Vaak worden klassieke pijnstilling (paracetamol en onstekingsremmers) en glucosamine preparaten ingezet in de eerste fase bij de behandeling of na een ingreep.
Gewichtsreductie: door de belasting op het kniegewricht te verminderen, zal de pijn significant verminderen. Indien U kampt met ernstig overgewicht (BMI boven 35) dan wordt meestal een afspraak voogesteld in de obesitaskliniek.
Aangepaste Activiteiten en Kinesitherapie: Fietsen, zwemmen en low impact activities zoals fitness zijn uitstekend voor het kniegewricht.
Injecties met cortisone, hyaluronzuur, plaatjes rijk plasma (PRP) en Vet/Stamcellen
Artrose of slijtage van kraakbeen en meniscus weefsel is een frequent probleem. Het ontstaan van artrose is een complex fenomeen en is nog steeds niet volledig begrepen. Wat we wel weten is dat verschillende oorzaken aan de basis liggen van deze aandoening. Zo weten we dat mensen met sportletsels zoals een scheur van de kruisband of meniscus een sterk verhoogde kans hebben op artrose 20-25 jaar na het trauma doordat het kraakbeen wordt blootgesteld aan verhoogde schuif- en drukkrachten. Artrose kan ook versneld worden door een afwijking in de vorm van de knie zoals bij O- of X-been, trochleodysplasie en condylaire afwijkingen bv een kleine mediale of laterale femurcondyl. Ook weten we dat artrose vaker voorkomt in bepaalde families door genetische afwijkingen. Uiteraard zal de knie ook meer verslijten als je hem te intens gebruikt, of bij overgewicht…
De behandeling van artrose bestaat dus enerzijds om de knie zo sterk mogelijk te maken, en anderzijds door bepaalde risicofactoren te verminderen. Genezing is echter onmogelijk. Versterkende kinesitherapie en ondersteunende maatregelen zoals gewichtsreductie en eenvoudige pijnmedicatie kunnen al een groot verschil maken!
Een injectie met cortisone kan de inflammatie en ontsteking die aanwezig is in een beschadigd gewricht snel onderdrukken en de pijn reduceren. Veelvuldige (meer dan 2 per jaar) injecties met cortisone worden echter afgeraden omdat cortisone gebruik ook nadelige effecten kan hebben op gezonde weefsels. Daarom raden we nog altijd 1 tot 2 injectie met cortisone aan in gezwollen en pijnlijke gewrichten. Indien de pijn en zwelling aanwezig blijft dienen vaak bijkomende maatregelen genomen te worden.
Hyaluronzuur is een natuurlijke glijmiddel in de knie en heeft een voedend en beschermend effect op het kraakbeen. Recente gegevens tonen aan dat een injectie van 1 hoge dosis hyaluronzuur evenwaardig is aan de injecties van meerdere kleine injecties. Vaak wordt hyaluronzuur ook gecombineerd met een anti-oxidans.
Bloedplaatjes zijn cellen in het bloed, die rijk zijn aan groeifactoren die normaal gezien vrijkomen bij schade om de genezing te versnellen en stamcellen aan te trekken. Deze bloedplaatjes kunnen door een eenvoudige bloedafname worden geconcentreerd en dan ingespoten worden in de knie. Meestal zijn 3 inspuitingen nodig om een degelijke genezingsreactie op gang te brengen.
Vet en Stamcelinjecties krijgen de laatste tijd veel aandacht en worden door sommige specialisten als de ‘holy grale’ gezien om artrose te behandelen. Veel wetenschappelijke data zijn er echter nog niet. Wel weten we zeker dat deze stamcellen aanwezig zijn rondom bloedvaten, in beenmerg en in vetweefsel. Hun aantal daalt wel met de leeftijd. Deze stamcellen zijn talrijk aanwezig in buikvet en kunnen daar onder lokale verdoving worden ge-oogst en geactiveerd. Daarna worden ze terug ingespoten in hun natuurlijke vetrijke oplossing in de knie (of een ander gewricht) om aldus de lokale ontsteking te onderdrukken en mee te helpen om de letsels te herstellen. Meer informatie kan u hier vinden.
Alle vermelde injecties kunnen dus helpen om een versleten gewricht sterker en minder pijnlijk te maken. Elke type injectie heeft zijn voordelen en nadelen.
Er is echter geen enkele terugbetaling voor injecties behalve met cortisone!
Meest frequente bijwerking voor alle injecties zijn pijn en zwelling als reactie op de injectie.
De behandeling van artrose bestaat dus enerzijds om de knie zo sterk mogelijk te maken, en anderzijds door bepaalde risicofactoren te verminderen. Genezing is echter onmogelijk. Versterkende kinesitherapie en ondersteunende maatregelen zoals gewichtsreductie en eenvoudige pijnmedicatie kunnen al een groot verschil maken!
Een injectie met cortisone kan de inflammatie en ontsteking die aanwezig is in een beschadigd gewricht snel onderdrukken en de pijn reduceren. Veelvuldige (meer dan 2 per jaar) injecties met cortisone worden echter afgeraden omdat cortisone gebruik ook nadelige effecten kan hebben op gezonde weefsels. Daarom raden we nog altijd 1 tot 2 injectie met cortisone aan in gezwollen en pijnlijke gewrichten. Indien de pijn en zwelling aanwezig blijft dienen vaak bijkomende maatregelen genomen te worden.
Hyaluronzuur is een natuurlijke glijmiddel in de knie en heeft een voedend en beschermend effect op het kraakbeen. Recente gegevens tonen aan dat een injectie van 1 hoge dosis hyaluronzuur evenwaardig is aan de injecties van meerdere kleine injecties. Vaak wordt hyaluronzuur ook gecombineerd met een anti-oxidans.
Bloedplaatjes zijn cellen in het bloed, die rijk zijn aan groeifactoren die normaal gezien vrijkomen bij schade om de genezing te versnellen en stamcellen aan te trekken. Deze bloedplaatjes kunnen door een eenvoudige bloedafname worden geconcentreerd en dan ingespoten worden in de knie. Meestal zijn 3 inspuitingen nodig om een degelijke genezingsreactie op gang te brengen.
Vet en Stamcelinjecties krijgen de laatste tijd veel aandacht en worden door sommige specialisten als de ‘holy grale’ gezien om artrose te behandelen. Veel wetenschappelijke data zijn er echter nog niet. Wel weten we zeker dat deze stamcellen aanwezig zijn rondom bloedvaten, in beenmerg en in vetweefsel. Hun aantal daalt wel met de leeftijd. Deze stamcellen zijn talrijk aanwezig in buikvet en kunnen daar onder lokale verdoving worden ge-oogst en geactiveerd. Daarna worden ze terug ingespoten in hun natuurlijke vetrijke oplossing in de knie (of een ander gewricht) om aldus de lokale ontsteking te onderdrukken en mee te helpen om de letsels te herstellen. Meer informatie kan u hier vinden.
Alle vermelde injecties kunnen dus helpen om een versleten gewricht sterker en minder pijnlijk te maken. Elke type injectie heeft zijn voordelen en nadelen.
Er is echter geen enkele terugbetaling voor injecties behalve met cortisone!
Meest frequente bijwerking voor alle injecties zijn pijn en zwelling als reactie op de injectie.
Shaving en Debridement
Tijdens een kijkoperatie worden de losliggende kraakbeen stukjes verwijderd dmv een shaver. De randen van het kraakbeenletsel worden gestabiliseerd.
Microfracture of Ice-picking
Microfractuur of ice-picking: tijdens een kijkoperatie wordt met een ice-pick kleine gaatjes geprikt in het onderliggende bot. Bij het ice-picken borrelt het beenmerg doorheen de gaatjes in het letsel waardoor een bloedklonter met stamcellen het kraakbeenletsel kan opvullen. Deze stamcellen kunnen dan herstel weefsel aanmaken. Deze techniek is geschikt voor geisoleerde kraakbeenletsel tot max 1.5 vierkante cm.
Een recente studie heeft aangetoond dat toevoegen van bepaalde gels en scaffolds de genezing na microfractuur kan optimaliseren. Deze toepassing is nu beschikbaar in AZ Monica onder strikte omstandigheden.
Een recente studie heeft aangetoond dat toevoegen van bepaalde gels en scaffolds de genezing na microfractuur kan optimaliseren. Deze toepassing is nu beschikbaar in AZ Monica onder strikte omstandigheden.
Kraakbeencel Transplantatie
In een eerste fase wordt tijdens een kijkoperatie kraakbeen stukjes weggenomen (biopsie). Deze kraakbeenstukjes worden naar het labo gestuurd alwaar de cellen worden gekweekt gedurende een 10-tal weken. In een tweede fase worden dan deze cellen geimplanteerd tijdens een open ingreep via een mini-insnede. De cellen worden eerste gezaaid op een collageen vlies dat in het letsel wordt vastgehecht of gekleefd. Deze techiek is geschikt voor geisoleerde kraakbeenletsel van 2-10 vierkante cm. Deze techniek is spijtig genoeg niet meer beschikbaar in Belgie en Europa sinds juni 2016!
Kraakbeen Scaffolds
Voor letsels waarbij zowel kraakbeen als bot is aangetast kan een kunstkraakbeenvlies of scaffold worden geimplanteerd. Deze scaffold laat toe om zowel bot als kraakbeen te herstellen via 1 ingreep. Scaffolds komen in de vorm van plugs of schuim.
Metal Implants
In geval van complexe kraakbeenletsels of bij oudere patienten, kan men opteren voor een niet-biologische oplossing. Hierbij wordt het kraakbeenletsel overkapt door een metalen implantaat dat op maat van de patient kan worden gemaakt. Deze vorm van behandeling is op dit ogenblik slechts beschikbaar voor geselecteerde gevallen.
Revalidatie
Revalidatie speelt tevens een heel belangrijke rol in het herstel en begint reeds daags na de operatie. Wat betreft de revalidatie komt het er op aan om zich goed te laten informeren en te begeleiden. Een volledige revalidatieperiode kan een jaar in beslag nemen. Sport wordt afgeremd tijdens het eerste jaar tot 18 maanden na de ingreep. Andere voorzorgsmaatregelen zijn het dragen van een brace gedurende drie maanden en een initieel steunverbod gedurende twee tot vier weken.
Specifieke revalidatie schema’s zijn beschikbaar in de sectie ‘REVALIDATIE’
Specifieke revalidatie schema’s zijn beschikbaar in de sectie ‘REVALIDATIE’